Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En murmureert niet, gelijk ook sommigen van hen [17]gemurmureerd hebben, en werden vernield [18]van den verderver. 17. De Israelieten hebben in de woestijn menigmaal tegen God gemurmureerd, wanneer hun iets ontbrak, of wanneer zij niet tevreden waren met de weldaden, die God hun deed; maar hier wordt inzonderheid gezien op de geschiedenissen, Num.11:4,33, wanneer zij vlees begeerden en daarover van God door verscheidene plagen vernield werden; en Num.16:1,2, wanneer Korach met zijnen hoop tegen Mozes en Aaron murmureerden en sommigen zijn verbrand, sommigen verzonken in de aarde. 18. Deze naam wordt wel in deze geschiedenis niet gevonden, maar wordt van Paulus daarbij gevoegd, of om de strengheid van God zelf in deze straffen hierdoor te verstaan, of een engel, dien God tot deze vernieling heeft gebruikt, gelijk Hij gedaan heeft Ex.12:23, en Jes.37:36.